diagnostiek les 2 hermans

Question 1

sociale fobie op welke leeftijd ?

Answer 1

13 jaar al groot deel fobisch

op 15 jaar 75% al fobisch van deel die gaat ontwikkelen

Question 2

angst

Answer 2

aandachts bias

interpretatie bias

Question 3

hoe aandachts bias testen

Answer 3

stip detectie taak

Angstige = maakt wel uit waar stip komt. Als stip op bedreigende woord komt, dan significant sneller dan als stip op plaats neutrale woord komt. Aandacht is al op plaats bedreiging

Question 4

Rangorde stabiliteit =

Answer 4

blijft een individu op dezelfde positie in verhouding tot anderen. Hoe gehoorzaam is iemand: bovenaan - meest gehoorzaam , daarna iets minder etc.
Persoon was eerst het meest gehoorzaam > later ook = stabiel
Of persoon van meest gehoorzaam naar minst gehoorzaam

instabiel = kruizende lijn!
stabiel = rechte lijn

Question 5

Heterogene continuïteit >

Answer 5

specifieke manifestatie is anders. Bijv . eerst bijten en krabben > later verbale agressie. Probleem is continu maar gedrag is anders

Question 6

Hetrotypische dyscontinuiteit -

Answer 6

geheel ander probleem gedrag
niet meer agressie
maar depressie bijv.

Question 7

iteractie effect rumineren bij depressie?

Answer 7

mensen die rumineren > zullen sterker reageren met depressie tijden stressor dan mensen die niet rumineren.

vooral bij vrouwen

Question 8

Transactionele processen

Answer 8

Transactie = dynamische interactie

Kind gedrag > hierdoor ouder gedrag > hierdoor reactie kind > hierdoor weer ouder opnieuw etc.
Wederkerige invloed

Question 9

Equifaniliteit =

Answer 9

1 zelfde ontwikkelingsuitkomst door verschillende oorzaken tot stand gekomen.

Gedragsstoornis door verschillenden oorzaken tot stand gekomen.

Question 10

Multifinaliteit

Answer 10

1 oorzaak kan tot verschillende uitkomsten leiden. Bijv. verwaarlozing kan tot een verschillende uitkomst leiden.

Question 11

wat is vooral kenmerkend voor depressie?

Answer 11

verlaagd positief affect meer kenmerkend voor depressie specifiek
= onvermogen plezier te hebben, verlies motivatie en interesses

Question 12

verschil angst en depressie

Answer 12

Angst en depressie gedeeltelijk overlappend als het gaat om symptoomclusters.

Een aantal symptomen gemeenschappelijk: gemakkelijk ontstemt zijn en negatieve ervaring

> > > > Terwijl laag positief effect veel specifieker voor depressie. > model Watson and Clarck

Question 13

verband hechting en emotie regulatie

Answer 13

vERBAND hechting en risico op:
depressieve symptomen

Onveilige hechting geassocieerd met depressieve symptomen.

> Hechting niet categoriaal maar als dimensie.

Question 14

angstige hechting

Answer 14

de veilige basis verstoord is dan bang zijn explorerend. Durf er niet is om bij de verzorger weg te gaan.

> predictief voor depressie

> disregulatie emoties

Question 15

vermijdende hechting

Answer 15

als veilige haven verstoord is -
dan zoekt het kind de opvoeder niet op om getroost te worden of naartoe te gaan
=> avoidant attachment.

> onderdrukken emoties

> predictief voor depressie

Question 16

epidemiologie depressie

Answer 16

stijging in adolescentie

op 15 jaar ^
op 18 jaar levensprevalentie 18%

meisjes meer dan jongens vanaf adolescentie

Question 17

wat is het klassieke temperament beeld depressie?

Answer 17

De neiging om snel negatief affectiviteit te voelen + lage positieve affectiviteit + lage zelfregulatie

Question 18

zelfregulatie bij kwetsbaarheid depressie

Answer 18

hoge zelfregulatie dan eigenlijk in deze studie niet uitmaakt waar je zit op Lage positieve affectiviteit en hoge negatieve effectiviteit.

Question 19

theorie Beck depressie

Answer 19

Bepaalde cognitieve schema’s die depressieve symptomen kunnen veroorzaken. Hoe naar zichzelf kijken, naar anderen en de wereld. Bijv. toekomst is slecht.

Question 20

responsstijl theorie Nolen-Hoeksema

Answer 20

Ruminatie samen met stress elkaar beinvloeden en dan depressieve gevoelens, vooral bij meisjes.

Question 21

hersenen en depressie

Answer 21

overactivatie limbische gebieden

onderactivatie prefrontale gebieden