persoonlijkheid, coping en kanker Flashcards

1
Q

noem 5 manieren hoe een persoonlijheidsstoornis en een somatische ziekte op elkaar in kunnen grijpen

A
  • ontstaan door ongezonde leefstijl
  • beloop: mensen met persoonlijkheidsstoornis zoeken pas later hulp. Kan zijn dat het al verder gevorderd is + vaker therapieontrouw
  • relatie team & effectiviteit behandeling:
  • aanscherpen trekken: kanker heeft effect op hoe je je voelt en sommige trekken hierdoor meer aanwezig
  • SOLK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 interventies vanuit professionals zodat het team beter om kan gaan met persoonlijkheidsproblematiek

A
  • team informeren
  • uitleg over persoonlijkheidsstoornissen en hechtingstijl
  • zorgen voor een lijn in behandeling
  • specifiek advies waar één patiënt mee kampt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke onveilige hechtingen heb je?

A

angstig gepreoccupeerd
vermijdend
gedesorganiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is angstig gepreoccupeerde hechtingstijl?

A

ouders reageerden alleen in heftige situaties, waardoor het kind heftiger gaat reageren. Zetten gedrag aan, zijn angstiger en zoeken steun en geruststelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is vermijdende hechtingstijl?

A

ouders zijn niet responsief geweest waardoor het kind leert dat hij/zij het alleen moet doen. Zoeken geen hulp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is gedesorganiseerde hechtingstijl?

A

de ouders zijn angstaanjagend geweest, misbruikend en onvoorspelbaar. Kind heeft geleerd dat ze niets kunnen verwachten, eisen goede hulp, maar hebben weinig vertrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat angstig-gepreoccupeerd gedrag in de praktijk?

A

Claimend gedrag, maximaliseren emoties voor aandacht. Overmatig angstig, gering vertrouwen in eigen mogelijkheden. Zoeken steun en geruststelling. Reflectie op gedrag, maar niet op effect van gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is vermijdend gedrag in de praktijk?

A

Onderdrukken behoefte aan steun en troost. Geen beroep doen, weinig vertrouwen in anderen. Risicogroep verwerkingsproblematiek. Slecht volgen behandelbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is gedesorganiseerd gedrag in de praktijk?

A

Grillig, eisen goede hulpverlening, gaan over grenzen heen. Weinig vertrouwen in zorg. Weinig reflectie en verwarde presentatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke behandelingen op patiënt niveau?

A
aansluiten bij de hulpvraag! kloppen zelden aan met klachten omtrent persoonlijkheid
- Psycho-educatie
-ACT
- CGT
- Mindfulness
- EMDR
coping verbeteren
- COMET
-vaardigheidstraining
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is persoonlijkheid?

A

min of meer stabiele eigenschappen die consistent zijn over verschillende situaties.

  • duurzaam patroon dat afwijkt van wat binnen de cultuur wordt verwacht
  • patroon is inflexibel
  • klinisch significante lijdensdruk/beperking
  • stabiel, lange duur
  • -> NIET DE UITING OF GEVOLG VAN PSYCHISCHE STOORNIS OF MIDDEL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke discussie is er gaande omtrent benadering persoonlijkheid?

A

nu wordt er nog gewerkt vanuit medisch model. een stoornis is aanwezig of niet. Willen meer naar een continuüm waarbij het meer draait om ernst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe ziet persoonlijkheid op een continuüm eruit?

A
ZELF:
- identiteit
- Zelfsturing
Interpersoonlijk:
- empathie
- intimiteit
--> geeft meer inzicht in hoe iemand ergens mee omgaat en wat sterke en zwakke kanten zijn?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is cluster A?

A

het ‘vreemde’ cluster. Mensen zijn meest uit evenwicht en realiteitstoetsing is niet intact.

  • paranoïde
  • schizoïde
  • schizotypisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de behandeling van cluster A?

A

rust, reinheid en regelmaat! –> structuur bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is cluster B?

A

instabiele cluster. Gaan over grenzen en hebben schijt aan anderen

  • antisociaal
  • borderline
  • histronisch
  • narcistisch
17
Q

Wat is cluster C?

A

mensen die snel uit evenwicht zijn
- vermijdend
- afhankelijk
dwangmatig

18
Q

Copingmodel Lazarus en Falkner

A

model stelt dat mensen met iets geconfronteerd worden en boordelen wat de betekenis is van deze gebeurtenis voor hun.

  • niet belangrijk –> geen stress
  • Belangrijk –> secundaire appraisal = inschatten of ze hier mee om kunnen gaan, wat de situatie is en welke opties ze hebben om met de situatie om te gaan
  • -> kunnen ze hier niet mee omgaan geeft dit negatieve stress
19
Q

welke manieren van coping bestaan er volgens lazarus en falkner?

A
  • probleemgerichte coping = vragen stellen, plannen

- emotiegerichte coping = positief herwaarderen

20
Q

wat is definitie coping?

A

flexibel toepassen van een manier van omgaan op een stressor

21
Q

welke coping worden onderscheiden in Ender en Parker?

A

onderscheiden ook nog: vermijdende coping = anderen de schuld geven, piekeren, afwachten of ontkennen

22
Q

wanneer is bij de meeste doelverstoring?

A

vooral in eerste 6 maanden na diagnose. Moeite om plannen bij te sturen en plannen die ze hadden werden overhoop gegooid.

23
Q

wat is het effect van kanker op ervaren van controle en welbevinden?

A

kanker zorgt voor verlies van controle over de situatie.

  • objectieve controle = wat kan ik zelf doen? plannen, leefstijl veranderen
  • subjectieve controle = hoe ervaren mensen de controle
  • -> als mensen het gevoel hebben dat ze controle hebben heeft dat een gunstig effect op angst